Aesculus wilsonii
Een zwarte kastanje uit de Jardin des plantes in Parijs heeft zich voortgeplant op De Nieuwe Ooster.
De gesmokkelde migrant groeit gestaag. In 2011 zag ik onder een lage maar volwassen kastanjeboom zwarte kastanjes liggen, naast hun gladde (!) bolsters. Even tevoren had ik op een tentoonstelling een foto gemaakt van mijn favoriete schilderij: een zwarte dame bij kastanjeloof. Nam ik daarom een handjevol van die zwarte kastanjes mee? Ze werden liefdevol opgepot in de hortus van de VU, waar Arend van de Beld toen nog in de tuin de scepter zwaaide. De zaailingen overleefden helaas niet een plotselinge nachtvorst. Het jaar daarop opnieuw naar Parijs: a poor excuse is better than none, zeiden we dan vroeger thuis. En deze keer hebben we de jonge scheuten vertroeteld. Arend stelde voor ze aan te bieden aan De Nieuwe Ooster, de hortus had niet echt de ruimte voor grote jongens. Johan Mullenders wilde de twee ‘migranten’ graag opnemen in de collectie, het is een zeldzame Chinese paardekastanje. Een mooiere bestemming hadden de boompjes zich niet kunnen wensen, en ik ook niet. De kastanjes staan in de buurt waar Arend zijn laatste rustplaats vond, samen met de magnolias en de zwepenboom * houden ze hem gezelschap. Te zien op vak 71 in het arboretum.
*Nettie Rottier, Elfentroost, Elikser, 2017, p 24
Gelukkig komt er ook veel moois en goeds uit China. Daar wist Ernest Wilson alles van. “De Nieuwe Ooster” en de “Jardin des Plantes” zijn nog niet verbonden in de “Botanic Gardens Conservation International” maar misschien heb jij met Arend en Johan daarvoor onbewust wel het zaadje gelegd. Goed gedaan Dorothee, Arend en Johan. En Arend ziet dat het goed is zo!