Een multiculturele samenleving in het arboretum…..

Het kabinet is gevallen… het land maakt zich op voor nieuwe verkiezingen. Kranten staan vol van partijprogramma’s en op de televisie worden heftige debatten gevoerd. Lijsttrekkers verkondigen waarom hun partij de meest verstandige keus is om op te stemmen. Hoewel ik het vaak heftig interessant vind om de discussie te volgen, moet ik bekennen dat ik een van die mensen ben die niet naar de stembus gaat. Dit tot groot ongenoegen van, onder andere, mijn zeer gewaardeerde collega Jeroen die het elke keer weer nodig vindt om met mij daarover in discussie te gaan. ‘Mensen moeten gebruik maken van hun democratisch recht,’ aldus Jeroen. Ik zeg ook niet dat niets mij onberoerd laat op politiek vlak. Als ik termen hoor zoals hoofddoekjes, kut-Marokkanen, verblijfsvergunning, asielopvangcentra, etc. dan begint het toch wel ergens te jeuken. Begrijp mij goed: ik val geen enkele politicus die over deze termen een sterke mening heeft af of bij, daarvoor verdiep ik mij te weinig in deze materie. Ik zucht en hoop op beter. Juist in deze periode denk ik aan onze bomen in het arboretum van De Nieuwe Ooster die het goede voorbeeld geven. Immers, zijn zij juist niet een afspiegeling van de multiculturele samenleving in een stad als Amsterdam? Een Noorse esdoorn staat gebroederlijk naast een Turkse eik. De Finse meelbes is al jaren lang een goede overbuur van de Perzische slaapboom en de Koreaanse zilverspar deelt zijn grondgebied met de Kaukasische els. De Spaanse aak zuigt net zo veel vocht op als zij nodig heeft en laat genoeg achter voor de Chinese slangenesdoorn die toch echt veel van dat spul gebruiken kan. En zonder daar maar enig woord aan vuil te maken, mag de Japanse haagbeuk heerlijk in de schaduw staan van de reusachtige Libanonceder. De Oosterse beuk accepteert dat hij, vanwege zijn standplaats, minder aandacht krijgt dan de altijd op de voorgrond staande Canadese populier en geen van de bomen hoor je klagen dat het blad van de Japanse notenboom model stond voor het logo van De Nieuwe Ooster. Zelfs de vermeende ‘lastige’ Portugese kers past zijn groeiwijze (lees: leefwijze) aan aan de op korte afstand staande Servische spar die nou eenmaal iets meer leefruimte nodig heeft. Als er al turbulente omstandigheden komen in de vorm van een storm – misschien te vergelijken met de kredietcrisis in de menselijke wereld – dan buigen de takken met de wind mee, en dat allemaal tegelijk en dezelfde kant op. Ja, zelfs de altijd stugge Amerikaanse eik laat zijn twijgen meedansen in een gezamenlijk en mondiaal optreden. Natuurlijk is er altijd wel een dissident, een andersdenkende, in de vorm van een Mongoolse linde. Maar deze boom houdt zich koest en beseft maar al te goed dat hij nergens een meer vreedzame en kleurige plek kan vinden om te gedijen dan in het multiculturele arboretum in Amsterdam… een voorbeeld in stilte.

Sorry Jeroen, ook dit keer laat ik mijn stem voorbij gaan. Ik geniet van al het moois dat er is en als het nodig is buig ik, net als mijn bomen, flexibel mee.

Johan Mullenders