Amberboom – Hoe komt een pràchtige boom aan een slechte naam?

Omdat virus in deze tijd een besmet woord is en veel leed veroorzaakt, wil ik u deze maand een onschuldiger besmetting voorleggen. Hoewel, onschuldig….. Veel landschapsarchitecten besmetten hun ontwerpen met het groene bolletjes-virus. Zo tekende één van hen eens Amberbomen (Liquidambar styraciflua), als een reeks mooie, regelmatige groene bolletjes. Na aanplant buiten bleken de Amberbomen zich niet aan de tekening te houden. De één werd wat langer, de ander wat ronder. Tja, dat was toch niet de afspraak! En zeker in het najaar zag je verschil: In plaats de rode kleur die de architect beloofd had, was de één mooi rood, de volgende een mengelmoes van rood, purper en geel, terwijl een enkele zelfs vrijwel geen verkleuring vertoonde. Dat moet beter(?) kunnen, vonden de landschapsarchitect. Bij een volgend project vroeg hij de kweker om een kloon. Want als je groene bolletjes tekent, moet het buiten wel kloppen, toch?

En de kweker? Die dacht: er is nu veel vraag naar Amberbomen, laat ik die kloon dan zo selecteren dat deze wat harder groeit. Prima voor mijn portemonnee. Zo ontstond er een snelgroeiende, min of meer uniforme kloon oftewel cultuurvariëteit. En die cultuurvariëteit bracht een modegolf onder landschapsarchitecten te weeg.
Nu betekent snelgroeiend vaak ook minder robuust….. De snel groeiende kloon kreeg dan ook na enkele jaren al last van takbreuk, waardoor de onderhoudskosten en risico’s omhoog gingen. En daarmee was de slechte naam van de Amberboom onder de boombeheerders onwrikbaar gevestigd! Boombeheerders willen deze boom eigenlijk niet meer getekend en/of aangeplant zien.

Liquidambar styraciflua is inheems in het oosten van Noord-Amerika en voelt zich hier òòk prima thuis. 5 lobbig blad, kurklijsten op twijgen, takken en op de stam. Zaailingen vertonen een natuurlijke variatie in groeivorm, in groeisnelheid en vooral in herfstverkleuring. Een rij amberbomen vormt zo een mooi (? of !) gevarieerd geheel. Als individu te bewonderen in vak 5, 58, 65 en 72.

Liquidambar styraciflua ‘Worplesdon’ is de èchte schuldige, die de soort Liquidambar styraciflua haar slechte naam heeft bezorgd! Deze snel groeiende kloon met de takbreuk mist de fraaie kurklijsten en lijkt zo wel wat op een Esdoorn. In een rij hebben ze allemaal dezelfde vorm en herfstkleur. Mooi in de ogen van de landschapsarchitect. Zelf zie ik liever die natuurlijke variatie in de aanplant van de soort.

De natuurlijke variatie in zaailingen zorgt voor vele selecties, die – vegetatief vermeerderd – als kloon in de handel worden gebracht. Daaronder treft men ook een bolvorm (L. s. ‘Gum Ball’) en een zuilvorm (L. s. ‘Slender Silhouet’)
Hier in het arboretum zijn nog te bewonderen:

  • de bonte vorm (L.s. ‘Aurea’) in vak 64,
  • een vorm met mooi purper-rood verkleurend blad wat bovendien langer aan de boom blijft (L. s. ‘Burgundy’) in vak 67
  • een bredere vorm waarvan de meningen verdeeld zijn of er nu wel of geen kurklijsten op horen (L. s. ‘Lane Roberts’) in vak 54
  • Liquidambar acalycina (Chinese amberboom) is één van de 4 andere soorten. De cultuurvariëteit ‘Burgundy Flush’ vindt u in vak 71. Deze leuke, vrijwel niet gekweekte, vorm heeft purperrood uitlopende blad. Deze soort doet het van nature zonder kurklijsten en heeft 3 lobbig blad
  • Liquidambar formosana komt uit hetzelfde stukje China als L. acalycine. Beiden hebben 3 lobbig blad.
    formosana heeft wel kurklijsten. Ze floreert in vak 65
  • In de natuur komt een natuurlijke variëteit voor: L. f. var. monticola, te bewonderen in vak 76.
    Deze is in de herfst geel-oranje
  • Tenslotte staat er in vak 71 Liquidambar orientalis (Oosterse amberboom, Turkse amberboom), de naamgever van het geslacht. Onder de schors wordt amberhars gewonnen. Liquidus, latijn voor vloeibaar, en ambar, latijn voor amber samengevoegd geeft dit Liquidambar. Heeft net als L. styraciflua 5 lobbig blad, heeft echter een gele herfstkleur. De kurklijsten verschijnen pas als de twijgen gaan verhouten. Vormt een dicht vertakte bossige lage boom en heeft (jong) wat moeite met vorst

Tenslotte: wel of niet aanplanten vanwege takbreuk? In Dendroflora 52 (2016) is het sortimentsonderzoek naar Liquidambar te lezen, met daarin keurig vermeld welke soorten en cultuurvariëteiten in welke mate  wind-gevoelig zijn. Ik ga voor rehabilitatie van de soort Liquidambar styraciflua!

Maarten H. van Atten, dendroloog en European Tree Technician.