Baobab of Apenbroodboom

De boom is voor ons het meest vertrouwde symbool der levende natuur. Een kale omgeving doet ons al snel vragen om begroeiing, naar bomen.
Een wandeling in een bos geeft ons de kans te ontsnappen aan dat wat ons stoort in onze omgeving. Aan de drukte of vijandige omgeving. Zo’n wandeling in het bos, waar het steeds stiller wordt naarmate je steeds meer afstand van de drukte of de geluiden neemt door het bos in te wandelen. Baobab
Een eerste aanblik van de grootte, statige sequoia maakt ons nietig klein. Wij, mijn echtgenote en ik maakten jaren terug een wandeling door het sequoia woud in het noorden van Californië. We reden met een camper door een door mensen gemaakte poort in de stam van zo’n woudreus. Wat een geweldige ervaring, ook om daar geweest te kunnen zijn.
We kunnen genieten van, en onbewust in stemming raken door, de met het seizoen veranderende kleuren, en de voorjaarskleuren die ons vervullen met beloften.
Mij fascineert de Baobab (Apenbroodboom) wat kwam door een stuk uit het versteende woud van Madagaskar. Het is ongeveer 230 miljoen jaar oud (Perm) en staat bij andere stukken versteend hout op mijn boekenplanken. Versteend hout mochten wij bewonderen in het Petrified Forest, een groot gebied in Californië dat er vol mee ligt. Van kleine stukken tot reuze stammen.
Het is een soort fossiel waarin de organische materialen als cellulose en lignine zijn vervangen door mineralen, met behoud van de structuur van het hout.
De Baobab heeft geen groeiringen zoals andere bomen en een andere bijzonderheid is dat hij in zijn stam water kan opnemen en bewaren zodat hij in hitte en droge tijden kan overleven.
Van zijn vezels worden o.a. matten geweven en andere huishoudelijke producten.
Baobabs behoren tot de oudste levensvormen op aarde en kunnen een omtrek tot wel 34 meter bereiken met een hoogte tot wel 25 meter. Het is een geslacht wat 8 soorten kent. De boom heeft de olifant als vijand omdat die de zachte bast eet. Zijn bijnaam Apenbroodboom dankt hij aan het feit dat apen zijn vruchten eten.

Gerard Groters

Amstelveen