Hamamelis – Toverhazelaar

In de boom van de maand dit keer een kleine boom of grote struik: de toverhazelaar ofwel Hamamelis.
Een plant met een aantal geweldige kwaliteiten waarvan het meest in het oog springend de winterbloei is. Hamamelis bloeit op het kale, naakte hout in de periode van november tot maart, met de hoofdbloei in de eerste twee maanden van het jaar.
Het is een Hamamelis vak 18echte eye-catcher; niks is overweldigender dan in een overigens kaal bos of park tegen een volgroeide toverhazelaar in volle bloei aan te lopen. Maar niet alleen het oog, ook het reukzintuig wordt geprikkeld, want bijna alle toverhazelaars verspreiden een heerlijke geur, die op een rustige winterdag al op ruime afstand te genieten valt. Dit kleine wonder van bloei houdt zo’n vier weken aan om de, in deze tijd van het jaar, nog spaarzaam aanwezige insecten de mogelijkheid te bieden van de bloemen te genieten en de bestuiving te waarborgen. Want al dit moois dient, zoals alles in de natuur, een doel, namelijk het voortbestaan van de soort.
Wie de bloemen van wat dichterbij bekijkt, ziet dat zij in trossen aan korte loten of zijtakjes staan van hout dat het voorgaande jaar is gegroeid. (Scheuten van het afgelopen jaar dragen alleen bladknoppen.) De bloempjes zelf staan alleen, soms gepaard of gedrieën. Zij bestaan uit een purperrode kern van vier kelkbladen, waarbinnen rond het twee-stijlige vruchtbeginsel acht gepaard aanwezige meeldraden te zien zijn. De opvallende bloemkleur, in kleuren variërend van geel via geel/oranje naar oranje/rood komt van de vier kroonbladen die zich vanuit de bloemknop als het ware ontrollen om vervolgens een typische streepvorm aan te nemen.
Aan het einde van het groeiseizoen rijpt het vruchtbeginsel uit tot een keiharde zaaddoos die twee zaden bevat. Deze komen op een spectaculaire manier te voorschijn. Ze worden na indrogen als een projectiel met een enorme kracht gelanceerd. Als je bij wijze van proef de zaden bij de verwarming laat drogen, is dit verschijnsel goed waar te nemen. Het duurt een tot twee seizoenen voordat de zaden, wanneer zij buiten zijn gezaaid, ontkiemen. De zaailingen zijn vrij taai en kunnen al in hun eerste jaar redelijk wat drogere omstandigheden verdragen.
Mensen die zich veel met het zaaien van nieuwe cultivars hebben bezig gehouden, zijn het belgische echtpaar Robert en Jelena de Belder (arboretum Kalmthout) en in Nederland J.H.M. van Heijningen te Breda (+ 2007) en W.J. van der Werf te Boskoop. Zij hebben, met anderen, vele nieuwe aanwinsten op hun merites beoordeeld en in de handel gebracht.
In het wild komen slechts vier hamamelissoorten voor, twee in Amerika en twee in Azië. De in cultuur belangrijkste hamamelis is een kruising tussen de twee Aziatische soorten, te weten de Chinese en de Japanse soort. De hieruit ontstane hamamelis x intermedia is zoals de naam al aangeeft een tussenvorm tussen beide ouders met kwalitatief zeer goede eigenschappen.
Het zijn voor eenieder gemakkelijk te houden struiken die in de particuliere tuin het best dicht bij het huis geplaatst kunnen worden om er zodoende in de winter goed zicht op te hebben. Ze groeien uiteindelijk uit tot een struik van zo’n vijf meter in hoogte en omtrek. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, zijn ze goed te snoeien, op voorwaarde dat dit bijtijds gebeurt. Vaak is dit zelf gewenst, omdat de takken de neiging hebben te kruisen en elkaar te beschadigen. Een klein nadeel kan het waterlot vormen dat vanuit de onderstam ( vaak de Amerikaanse hamamelis virginiana) opschiet. Snoei deze zeker tijdig terug. Voor het overige is het slechts genieten van deze prachtige struik, die momenteel tijdens de hamamelisdagen van arboretum Kalmthout in België van alle kanten te bewonderen valt. Een echte aanrader voor de liefhebber.

Daan van Schooneveld