Zakdoekjesboom

Davidia involucrata 02 100508bDe zakdoekjesboom – Davidia involucrata

Dit keer een boom die voor mij een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten. Een jaar of 8 geleden kwam ik een bloeiende zakdoekjesboom onverwachts tegen in arboretum Trompenburg in Rotterdam. Ik stond perplex! Deze boom moesten wij in ons arboretum van De Nieuwe Ooster ook hebben. Het duurde nog drie jaar voor deze ook inderdaad kwam. Het was een meerstammige grote struik afkomstig van kwekerij van den Berk. Het jaar daarop bloeide de boom al, zij het summier. Maar dat mocht de pret niet drukken want het was bekend dat het wel een jaar of 10 tot 15 kan duren voordat een jong exemplaar tot bloei overgaat. De jaren daarna heeft de boom elk jaar zon rond haf mei haar prachtige bloeiwijze laten zien.
Ik spreek bewust van bloeiwijze omdat de bloem zelf je niet in extase brengt. Althans mij niet. De bloem is een klein rond paarsachtig bolletje met tal van kleine mannelijke bloementjes en één vrouwelijke bloem, de zakdoekjesboom, ook wel vaantjesboom genoemd, is dus eenhuizig. Wat de Davidia zo bijzonder maakt zijn de twee witte schutbladeren die de bloem omsluiten. Deze 10-15 cm lange `zakdoekjes` fladderen in de wind en je zou bijna denken dat ze bedoeld zijn om verdrietige nabestaanden na een begrafenis of crematie een helpende hand te bieden.
Juist vanwege deze symboliek mag zo`n boom niet op een begraafplaats ontbreken, maar dat geldt natuurlijk ook voor de doodsbeenderenboom, de treurwilg, de hemelboom en de levensboom.
De Davidia is vernoemd naar de Franse missionaris Armand David (1826-1900 ) die deze boom in 1896 in West-China ontdekte en daar een beschrijving van meenam evenals vele zaden. Armand David was ook de eerste westerling die de rest van de wereld een beschrijving gaf van de aandoenlijke pandabeer. De Davidia is ook een zogenaamd monotypisch geslacht, dat wil zeggen dat van de Davidia maar één soort voorkomt nl. de involucrata. Involucrata betekent, `van een omwindsel voorzien`, dat slaat op de twee schutbladeren, de zakdoekjes.
In de wereld van de botanici bestaat nog discussie over een, in de natuur voorjomende tweede soort nl. de Davidia involucrata var. vilmoriniana, deze zou aan de onderzijde van de bladeren kaal zijn in tegenstelling tot de soort die behaarde bladeren heeft. Dit verschil is echter niet goed op te merken. De variëteit vilmoriniana zou ook meer winterhard zijn. Men gaat er ook vanuit dat de zaden die de Franse kwekerij  De Vilmorin in 1897 vanuit China ontving eerder ontkiemde en verder doorgekweekt zijn. Hoewel van alle kanten betwijfeld word er vanuit gegaan dat de variëteit vilmoriniana ook praktisch overal aangeplant is, ook bij De Nieuwe Ooster. In de vrije natuur, Centraal en west China groeien de twee bomen, de behaarde en onbehaarde door elkaar heen.
Maar laten we niet al te lang stil staan bij het gesteggel over de exacte naam. Vast staat dat het een bijzondere boom is waarvan de bloei je in vervoering brengt. Hij wordt in cultuur een meter of twaalf hoog. In de vrije natuur kan deze een hoogte bereiken van twintig meter.
Onze voorzitter Daan van Schooneveld presteert het om uit de 35 mm lange zaden (steenvrucht) van de zakdoekjesboom nakomelingen te kweken. Daarvoor laat hij de zaden rustig een jaar lang in een plastic zak met bladeren verrotten. Hierdoor wordt het zaadomhulsel zacht en ontkiemen de zaden.
In ons arboretum is de zakdoekjesboom te bewonderen op vak 2, op het voorplein in het gazon en op vak 21. Kom half mei een paar keer kijken. Als u de zakdoekjesboom ziet bloeien zult u hem niet gauw meer vergeten.

Johan Mullenders