Cedrus deodara

Pleidooi voor het behoud van een gezonde Cedrus deodara | Himalaya-ceder
In IJsselstein is een kapvergunning verleend voor een gezonde Cedrus deodara. De boom staat in de voortuin van een particulier pand, vrijwel op de grens van de openbare weg. De aangrenzende weg (wandelgebied) wordt gebruikt als terras van de aan de overkant gelegen bakkerij. De werkelijke redenen om een verzoek te doen om de boom te kappen, lijkt – evenals de letterlijke argumentatie voor de verlening van de vergunning – behoorlijk lastig boven tafel te krijgen. Na een halve ochtend rond gebeld te hebben, is het enige dat opvalt dat ambtenaren geen rechtstreekse antwoorden geven. Op z’n zachtst gezegd vreemd bij openbaarheid van bestuur. Mogelijk heeft de bakkerij geklaagd over overlast voor de terrasbezoekers. Er valt weleens een naaldje in de koffie of op een gebakje. Het is een exoot en dat wordt in ieder geval als argument aangevoerd. Maar van de houtige bladverliezende bomen in ons straatbeeld is toch wel 75 % exoot, dus dàt lijkt mij geen argument.
Hoe kom ik hier terecht?

Cedrus deodara

Cedrus deodara in IJsselstein

In de rubriek ‘boom van de maand’ gaat het meestal over bladverliezende bomen, net als in mijn werk. Soms krijg ik te maken met Metasequoia en Taxodium. Meer hebben we niet in onze openbare ruimte, toch? Heel heel soms toch een groenblijvende conifeer.

Nu de bomen ook op ons arboretum hun blad grotendeels hebben verloren, valt de Cedrus deodara extra mooi op in vak 47. En ook andere pràchtige Cedrussen staan op het terrein: De blauwe Cedrus libani ‘Glauca’ is de meest aangeplante Ceder in Nederland en in ons arboretum o.a te vinden in vak 13, 20 en 47. De grijsgroene Cedrus libani subsp. atlantica is te vinden in vak 1, en vak 75.                

Cedrus libani en Cedrus atlantica waren ooit aparte soorten. Nu beschouwen we atlantica als ondersoort van Cedrus libani, en hebben alle cultuurvariëteiten van Cedrus atlantica libani als tweede naam.
De Cedrus deodora is een pronkstuk. Als u naar een tuincentrum gaat is deze Himalaya-ceder alleen te koop als een vanaf de grond af vertakte conifeer, die piramidaal groeit. Nu groeien bijna alle bomen in de jeugdfase piramidaal, om na de pubertijd breed piramidaal te gaan groeien. Op volwassen leeftijd worden bomen bijna altijd rond, en als ze op leeftijd komen plat de kroon af, om tenslotte vanaf het hoogste punt te gaan insterven. Zo ook de Himalaya-ceder, al blijft deze wel zeer lang piramidaal. De naalden zijn donker blauwgroen, en staan in bundels. Op de jonge, iets afhangende twijgen staan de naalden verspreid, en dankzij zijn goede, dicht vertakte groei vallen de naalden in bundels veel minder op.

De in Nederland veel meer aangeplante Cedrus libani toont veel meer de naalden in bundels, heeft geen afhangende twijgen en wordt in de pubertijd al breed-piramidaal tot rond qua kroon. En is meestal blauwer.
Cedrus groeit goed op vrijwel iedere grond, al hebben ze wel voorkeur voor iets zuurdere gronden. Cedrussen hebben geen last van ziektes en ook oudere bomen met inrottende wonden kunnen lang weerstand bieden tegen parasieten. Onderhoud is ook niet nodig, ze zoeken het zelf wel uit. Hooguit opkronen, omdat de boom anders de hele tuin in beslag neemt. En goed winterhard, alleen Cedrus deodara net van de kwekerij kan te lijden hebben van (nacht)vorst.

Het zou wèrkelijk zonde zijn om de Cedrus deodara in het centrum van IJsselstein te kappen.
Deze Himalaya-ceder is rond 1960 als conifeertje van ca. 100 cm hoog aangeplant. Nu, na 60 jaar, is de boom pas van breed-piramidaal aan het vervormen naar een rondere kroon.
Er is in IJsselstein bezwaar aangetekend tegen de verleende kapvergunning en de indieners doen pogingen om de boom op een (gemeentelijke) lijst van beschermwaardige bomen te krijgen. Dan moet de boom voldoen aan één of meer criteria. Beeldbepalend is de bekendste, maar ook ‘dendrologisch waardevol’ is er één. Is Cedrus deodara ‘dendrologisch waardevol’? Op de site van de bomenstichting wordt het begrip waardevol nader geduid als ‘een zeldzame soort of variëteit’.

Op de website Monumentaltrees worden in Nederland 9 Cedrus deodara genoemd, waarvan niet één in de provincie Utrecht.

De Cedrus deodara is in IJsselstein zonder meer beeldbepalend, hij/zij groeit in een voortuin en steekt boven de huizen uit. En deze boom valt op als exoot, omdat groenblijvende coniferen in het straatbeeld zeer zeldzaam zijn. De dendrologische waarde is dus evenmin te betwisten, waardoor het in feite merkwaardig te noemen is, dat deze boom nog niet op de lijst beschermwaardige bomen van de gemeente staat.
Mocht de Himalaya-ceder in IJsselstein echt gekapt worden, dan is m.i. de gemeente het wel aan zijn stand verplicht om een nieuwe forse Cedrus deodara in of nabij het centrum aan te planten. Wat betekent anders ‘dendrologisch waardevol’?
Gelukkig kunnen wij in ons arboretum volop van de Cedrus soorten genieten.

Maarten H. van Atten
dendroloog en European Tree Technician