Perzische slaapboom

Perzische slaapboom – Albizia

Deze maand aandacht voor een lid van de Mimosa familie. De geelbloeiende Mimosa kennen we in Nederland als snijbloem en we kennen natuurlijk het roze bloeiende “Kruidje roer me niet” (Mimosa pudica). Mimosaceae heeft vrijwel geen winterharde soorten. (Mimosaceae wordt ook wel beschouwd als een onderfamilie van de Vlinderbloemigen(Fabaceae)). Albizia julibrissin is min of meer winterhard. De in ons arboretum aangeplante ‘Rosea’ is iets winterharder en er schijnt een echt winterharde variëteit te zien, nl de ‘Ernest Wilson’, ik weet niet of die zich al voldoende bewezen heeft. Winterhardheid is erg afhankelijk van standplaats. Groeiplaatsomstandigheden zorgen ervoor of een plant al dan niet  “lekker in zijn vel zit”, vorstschade, ziekten en andere problemen krijgen vaak ten onrechte de schuld van slecht gedijende en afstervende planten. Een Albizia julibrissin ‘Rosea’ aangeplant op een niet te natte en niet te winderige plaats doen het prima, ook toen we ’s winters nog konden schaatsen.

De Nederlandse naam is Aziatische of Perzische slaapboom of Konstantinopel Acacia. Slaapboom omdat de blaadjes zich net als bij het Kruidje roer me niet zich ’s nacht dicht vouwen.

Als ik de Albizia’s in mijn eigen tuin bekijk en zie dat de blaadjes zich op koele avonden al voor de schemering sluiten “hoor” je de boom zeggen: “Brrrr wat koud hier”, en ook ’s ochtends hebben ze eerder wat meer warmte nodig dan dat ze op licht reageren. De Chinezen noemen de Albizia “boom van het collectieve geluk” en gebruiken de bloemen en de bast als anti-depressivum (herbal prozak), vooral als de depressiviteit te maken heeft met problemen in de familie en/of directe omgeving van de patiënt.

De ontdekking van gebruik van kruiden is omdat sommige mensen dit “zien” in een plant. Bij de Albizia kan ik de “boom van het collectieve geluk” goed herkennen. Onder de lichte schaduw van de spreidende kroon van de Albizia is het goed toeven en de brede kruin geeft ruimte voor een hele familie. Zij geeft ook ruimte, bescherming en voldoende licht voor alles wat onder hem groeit in tegenstelling tot vele ander bomen die met hun dichte bladerdak juist alles ‘vermoorden’ wat hier probeert te groeien.

Er zijn meer dan 100 soorten Albizia in subtropisch Europa, Azië en Zuid-Amerika. Albizia julibrissin is inheems van Japan via de Himalaya tot Ethiopië en is in de 18e eeuw naar Europa gekomen.

Albizia julibrissin ‘Rosea’ is een grote struik of kleine boom, in Nederland tot 12 m hoog en 8 m breed wordend, al is de hoogte erg afhankelijk van de standplaats. Het blad is dubbel geveerd en de blaadjes zijn klein, het geheel ziet er teer uit. De roze bloemen waarvan vooral de meeldraden opvallen zien er ook teer uit, de boom kan zeer rijk bloeien in de zomer, een echte (sub)tropische schoonheid. De in Nederland aangeboden Albizia julibrissin is waarschijnlijk allemaal Albizia julibrissin ‘Rosea’. Er is een rode cultuurvariëteit, de Albizia julibrissin ‘Boubri’, ook wel aangeboden onder de merknaam Ombrella. Als je de rode in je tuin wilt is het verstandig deze bloeiend te kopen omdat niet alle aangeboden ‘Boubri’ zuiver is. Er is ook een cultuurvariëteit met chocoladekleurig blad, deze wordt alleen als struik aangeboden en heet Albizia julibrissin ’Summer Chocolate’. Albizia is ook prima te gebruiken als leiplant tegen een warme zuidmuur.

 

Maarten H. van Atten, dendroloog