De Linde

Een van de grootste Europese bomen is de lindeboom (Tilia x europaea ‘Koningslinde’) die wel 8 m in omtrek en 25-40 m hoog kan worden. De stam groeit recht omhoog en de kroon is zeer vertakt en zit vol grote bladeren, waardoor de boom een machtige indruk maakt. De Linde wordt daarom vaak als een solitaire herinneringsboom geplant. Nederland kent vele konings- en koninginnenlinden. Op het erf van Franse boerderijen leveren ze de schaduw voor de gemeenschappelijke warme lunch.  De bladeren zijn hartvormig met een wat scheve bladvoet en zitten met een soms roodachtig steeltje aan de tak. In juni-juli bloeien de bomen uitbundig met trosjes van 3 of 6 bloemen en produceren veel honing, waardoor op het hoogtepunt van de bloei een orkest van bijen en andere insecten te horen is. De uitbundige bloei heeft er waarschijnlijk ook voor gezorgd dat men de boom associeert met vruchtbaarheid en in de oudheid met een daarbij horende godin, Freya. In werkelijkheid is het niet makkelijk de boom te laten ontkiemen uit zaad. Autobezitters die hun auto onder een Linde hebben geparkeerd en na een paar dagen bij terugkomst ontdekken dat de bovenkant van de auto bekleed is met een plakkerige laag waar stof zich in heeft vastgebeten, klagen terecht want het spul is moeilijk weg te wassen. Dit is echter niet de honing uit de bloemen, maar het suikervocht van de bladluizen die op de Linden zitten en die gemolken worden door mieren. De mieren kloppen met hun voelsprieten op het achterlijf van de luis, waarna deze een druppel zoetstof uitscheidt. De mieren gebruiken dit om hun larven groot te brengen. Indien er niet voldoende mieren zijn maar wel veel luizen, scheiden de luizen toch zoetstof af wat dan naar beneden op de geparkeerde auto’s druipt. De bevruchting van de bloemen gebeurt door insecten. Ieder bloem maakt kogelronde dopvruchtjes (nootjes) die aan steeltjes hangen samen met een lancetvormig blad dat als propeller dienstdoet wanneer de vruchten naar beneden vallen. Zo vallen de vruchten net buiten de schaduwrand van de moederboom indien ze geluk hebben. Het arboretum heeft 17 verschillende lindesoorten en variëteiten uit alle windstreken van de wereld. In augustus is bijvoorbeeld de Zilverlinde (Tilia tomentosa) heel mooi om te zien. De onderkant van de bladeren is zilvergrijs behaard. Bij zonnig mooi weer draait de boom de bladeren met de onderkant naar boven als een soort zonwering, waardoor een mengsel van groen en grijze vlakken ontstaat. Wanneer daartussen dan weer overal gele nootjes met een geel propellerblaadje hangen ontstaat een zeer bont geheel.

De derde te publiceren themawandeling zal over de lindebomen in arboretum gaan.