De moerbei en de zijderups

De moerbei en de zijderups

We kennen allemaal het bekende verhaal van hoe de zijde in Europa terecht kwam. Halverwege de 6e eeuw werden de eerste rupsen, verstopt in bamboe-stokken, via de zijde-route uit China gesmokkeld. Eenmaal in Europa aangekomen moest er toch iets te eten zijn voor die beestjes, lijkt mij zo.
De zijderups leeft op de Witte moerbei (Morus alba). Dus maar eens gegoogeld wanneer de Witte moerbei in Europa gekomen is. Ik vond de 15e eeuw vermeld, een andere site beweerde dat de Witte moerbei in 1268 naar hier gehaald is. De Witte moerbei is inheems in China en is de voedselboom voor de Zijderups.
Maar waarop werd de zijde verbouwd na de smokkel van de zijde-rups-in de 6e eeuw?
Het moet m.i. wel zo geweest zijn dat er eerst Witte moerbeien naar Europa gehaald zijn – waar die beesten op konden leven – en met succes aangeplant. Waarschijnlijk is het fenomeen boomkwekerij in Europa ontstaan in die tijd. In het kielzog van de Romeinse veroveraars reisden hun boeren mee naar Europa en planten er al plantages en boomgaarden aan, vooral van de Tamme kastanje (Castanea sativa).
De Witte Moerbei is een struik of kleine boom met zeer zacht hout en vlezige wortels. De verankering laat vaak te wensen over, waardoor de Witte Moerbei nogal eens scheef gaat staan. Maar geen nood, het is een boom met een zeer grote overlevingsdrang. Ook na scheefzakken en half omvallen door wortelverlies blijft de boom goed groeien. Het maakt de boom ongeschikt als straatboom, maar het blijft een mooie verschijning voor park en tuin.
De Witte moerbei heeft groot, glimmend groen blad van zeer variabele vorm, soms gezaagd ovaal, maar vaak met één of meerdere inhammen.
De plant is éénhuizig en twee-bloemig. Dat betekent dat op één plant mannelijke èn vrouwelijke bloemen bloeien, onopvallend en vaak onder het blad verstopt. De heerlijke, zeer zoete vruchten zijn wit, soms rood. Omdat de rijping nogal ongelijk is, kan men de (rijpe) vruchten gedurende een lange periode plukken. Meestal zijn de vogels in de buurt daar veel beter in en kapen zij de rijpe vruchten er steeds voor je uit. Al is dat ook wel weer goed voor de plaatselijke ecologie.
Zeer populair op dit moment is de Morus alba ‘Macrophylla’, uit zichzelf dakvormig groeiend, maar met iets (lei)hulp een veel betere dakboom dan de, als dakboom, veel gebruikte Plataan (Platanus x hispanica).
Morus is een Latijnse verbastering van het Griekse woord Moron. Alba betekent natuurlijk wit, naar de witte vrucht en bloem. Synoniem Morus bombycis, naar de Zijderups (Bombyx mori). Te bewonderen in vak 62. De foto van de boom geeft nog de oude situatie van 2017 weer. In de oktoberstorm is de boom doormidden gescheurd. Nu staat er alleen nog maar een halve stam die weer uitgroeit.
In vak 23 is ook de treurvorm te bewonderen, Morus alba ‘Pendula’. En die treurt omdat een kweker een griffel op een onderstam op hoogte geënt heeft, anders is het een bodembedekker.

Maarten H. van Atten, dendroloog en European Tree Technician.