De Linde

Linde…… een boom om op te vreten?

Op een bijeenkomst voor European Tree Technicinans, bedoeld om onze vakkennis op peil te houden kwam een ecoloog als spreker. En die vertelde: ‘een boom is er om gegeten te worden’.

Tja, daar sta je dan als van oorsprong boomkweker en nu dendroloog/European Tree Technician. Jaren je best gedaan voor gezonde bomen zonder ziekten en plagen……..

Maar goed beschouwd horen op een boom ook beestjes. Jac. P. Thijsse schreef al een heel boek vol over de Beuk, de Zomer- en de Wintereik, met daarin aandacht wat er zoal op en in bomen leeft. De Eik is immers de boom waar het grootste aantal insecten op leeft; meer dan 400 soorten! Helaas is de Eiken-processie-rups er daar één van. Van heel veel beestjes heeft de boom zelf niet echt last. Het grote aantal beesten dat ‘mee-eet’, is gewoon onderdeel van onze biodiversiteit.
In deze tijd van klimaatverandering wordt er heel veel gesproken over biodiversiteit en proberen we ons bomenbestand zo goed mogelijk groot en divers te houden.

Een actueel voorbeeld uit mijn dagelijks werk:
Langs een provinciale weg worden bomen geplant. Het ontwerp ligt er. Nu wordt er gesproken over de invulling van het sortiment, waaronder heel veel Tilia (linde). De gemeente waar de weg doorloopt, heeft een voorstel gedaan welke soorten te planten. En dat voorstel behelst vooral het aanplanten van ‘moderne’ cultuurvariëteiten.  Neem bijvoorbeeld de voorgestelde Tilia platyphyllos ‘Delft’. Deze cv is opgenomen in het gebruikswaardeonderzoek laanbomen en in de beschrijving lees ik: het blad is vrijwel niet vatbaar voor spint, bladmineerders en luis. Bij aanplant naast een parkeerplaats kan ik me de keus voorstellen, maar in het buitengebied moeten we juist de biodiversiteit in stand zien te houden, dus dan mogen er spint, bladmineerders en luis in een boom zitten. Graag zelfs, want bijvoorbeeld bladluis is de basis van een hele voedselketen.

Dus dan zou de keus moet vallen op de soort Tilia plathyphyllos (grootbladige linde), liefst met zoveel mogelijk genetische variatie.  Of de Grootbladige linde inheems is in Nederland, daar zijn de meningen over verdeeld.
In vak 71 groeit de Tilia platyphyllos ‘Aurea’, met gele twijgen, geel uitlopend blad en een mooie gele herfstkleur. In de zomer gewoon groen. In Nederland helaas vrijwel niet aangeplant.
In vak 64 treft men de curieuze grootbladige linde met gekrulde twijgen (Tilia platyphyllos ‘Tortuosa’).

Tilia cordata is wel onbetwist inheems, te bewonderen in vak 81.  Tilia cordata doet het goed in bosverband, het blad verteert makkelijk en de bosbodem verzuurt minder. Gemengd bos zou altijd inclusief deze Tilia cordata moeten zijn.
Als soort vrijwel niet gekweekt, en als je deze boom besteld wordt, er vrijwel altijd de Tilia cordata ‘Böhlje’ geleverd.
De Tilia cordata ‘Rancho’ uit vak 50 lijkt hier heel sterk op, de kroon blijft wat smaller, zeker in de jeugd- en puberfase.

Eigenlijk vreemd dat de Hollandse linde (Tilia x europaea) niet tot de inheemse bomen wordt gerekend. De gekweekte vorm is weliswaar door een kweker ontwikkeld, maar de ‘ouders’, (Tilia cordata en Tilia platyphyllos), hybridiseren in de natuur ook. Te zien in vak 26, 41 en 62.  Tilia x europaea ontwikkelt zich in de kroon meestal meerstammig. In tegestelling tot de cultivars, die zich vaak éénstammig blijven ontwikkelen.

Het voert te ver om nu alle Tilia’s in ons arboretum hier te behandelen, maar ik vestig toch wel even de aandacht op de Tilia henryana, de gewimperde linde. Deze linde is inheems in Centraal China en wordt naar mijn mening onterecht meestal als onvoldoende winterhard genoemd voor aanplant in Nederland.
Voor de biodiversiteit is deze boom minder interessant, maar voor de nectar-index is deze zeker de moeite waard. De bloeitijd valt later dan de inheemse linden, maar sluit wel aan op deze bloeitijden.
Lindebomen zijn meestal rijk bloeiende bomen, druk bezocht door bijen en andere insecten. Een gemengd sortiment lindesoorten met daarbij Tilia henryana geeft dan ook een dubbellange bloeitijd.

Terwijl ik dit schrijf, vult de overdadige geur van de Tilia henryana onze hele tuin.

Maarten H. van Atten, dendroloog en European Tree Technician