De omstreden hemelboom
Bij een wandeling door de waterleidingduinen trof ik midden in de natuur een groot stuk folie aan, op zijn plaats gehouden door kale takken. Er stond een bordje bij om dit vreemde fenomeen uit te leggen.
Door het afdekken van de bodem krijgen de worteluitlopers van de hemelboom geen licht, waardoor – zo hoopt de beheerder – de boom uitgeput raakt en sterft.
De toenemende ziektedruk en algemene verslechtering van de conditie van onze bomen vraagt om een groter sortiment. Bomen met een slechtere conditie zijn immers vatbaarder voor ziektes, het zijn net mensen. En als er een ziekte optreedt, vindt deze – door de uniformiteit van onze aanplant – wel heel veel voedsel vlak bij elkaar. Een éénvormige laanbeplanting is dus een rijk gedekte tafel voor de natuurlijke vijanden.
Binnen het vakgebied en binnen de natuurbescherming vormen de ‘invasieve exoten’ een steeds groter probleem. Het voorbeeld van de Japanse Duizendknoop maakt goed duidelijk wat we hiermee bedoelen, want die is al niet meer uit te rooien. Dat geldt ook al voor bijvoorbeeld waternavel en bospest (Prunus serrotina).
Nederland kent weinig inheemse houtige gewassen. Meer diversiteit moet vooral gezocht worden in de exoten. En daarbij is er kans dat één of enkele van deze exoten zich in ons klimaat en bij onze grond en andere omstandigheden zo goed thuis voelt, dat deze zich invasief gaat gedragen.
Dat wil zeggen dat de plant zich spontaan uitzaait en hele stukken natuur kan veroveren.
De hemelboom (Ailanthus altissima) is een regelmatig aangeplant boom geworden in Nederland. Door de bril van de groenbeheerder zeer terecht. Ailanthus groeit onder vrijwel alle omstandigheden, stelt weinig eisen aan grond en standplaats, groeit goed, is makkelijk te onderhouden en heeft sierwaarde: mooi blad, herfstkleur en gekleurde zaaddozen.
Door de bril van de natuurbeheerder niet terecht: Ailanthus zaait zich makkelijk uit en groeit overal, voelt zich thuis in ons klimaat en stelt vrijwel geen eisen aan grond en standplaats. Hij groeit vanonder andere beplanting uit om ze daarna te verstikken. Kortom, een drama in de natuur.
Ailanthus altissima is een bladverliezende loofboom, inheems in China. Hij wordt 25 m hoog en de kroon heeft dan een doorsnede van ca. 15 m. Het blad is oneven geveerd en kan wel 60 cm lang worden. De bloei is onopvallend geelgroen, in juni-juli. De vruchten kleuren van groen naar rood, al hebben lang niet alle bomen vruchten, want de hemelboom is tweehuizig. Het groene blad verkleurt rood in het najaar.
Ailanthus altissima ‘Purple Dragon’ heeft rood gekleurd blad, al vraag ik mij af of deze niet naar groen verkleuren na het uitlopen.
Dit terugkleuren naar groen in de loop van de zomer ligt misschien aan een verkeerd geleverde kloon en blijft een soortecht geleverde ‘Purple Dragon’ wel het hele jaar roodbladig.
Ailanthus giraldii is een kleiner blijvende soort met hangende in plaats van staande bloemtrossen. Een ander onderscheid is de veel mooier getekende bast.
En waarom heet de hemelboom eigenlijk hemelboom? De boom groeit in zijn jeugdstadium stijl en snel naar de hemel, met slecht enkele stijl opgaande zijtakken. Ook de naam Ailanthus schijnt dat te betekenen. Het is een verbastering van de Ambonese volksnaam ay-lanit of ailantho, wat betekent: ‘een boom die met zijn takken naar de hemel reikt’.
En nog blijven aanplanten? Natuurlijk wel, maar dan alleen binnen de bebouwde omgeving en niet aan de randen en in de buurt van natuur.
Ailanthus altissima is te bewonderen in vak 59, 62 en 71.
Ailanthus altissima ‘Purple Dragon’ is te bewonderen bij de ingang Rozenburglaan.
Ailanthus giraldii is te bewonderen in vak 13.
Maarten H. van Atten,
Dendroloog, ETT’er en geregistreerd boomtaxateur.