Tomarzaad of Sechuan Peper, Zanthoxylum armatum is een kleine boom of grote struik met stekels die tot de Wijnruitfamilie (Rutaceae) behoort.
Uit de kleine gele bloemen ontstaan rode bessen die 2 zaden bevatten. Zanthoxylum is een plantengeslacht met veel soorten die oorspronkelijk in de Himalaya voorkwamen en nu in geheel Azië te vinden zijn. Ook in Afrika en Zuid-Amerika komen soorten voor waarvan de zaden eveneens als specerij worden gebruikt.
Sechuan Peper groeit in Nepal in warme valleien op een hoogte van 1000 tot 2100 meter. De vruchten zijn in deze streken een belangrijke specerij met een bijtende, scherpe smaak. Ze worden in het wild of van gecultiveerde velden gewonnen.
De gedroogde vruchten zijn zeer aromatisch met een citroenachtige geur en worden veel in de Nepalese keuken gebruikt. In Japan zijn de bladeren zeer in trek als decoratie en het kruiden van diverse gerechten.
In de volksgeneeskunde vinden vruchten en zaden hun toepassing bij de behandeling van aandoeningen aan de luchtwegen en de spijsvertering. Ook wordt door dorpsartsen beweerd dat Tomarzaad problemen met de stembanden zou kunnen genezen.
Deze plant geeft in de nazomer peperachtige korrels, de zgn. Szechuan peppers. De besjes oogsten als ze van rood naar donker verkleuren en in huis nadrogen. Daarna zijn ze klaar voor de pepermolen en als ze goed droog zijn ongeveer 1 jaar te gebruiken!!
De bladeren geuren kruidig, beetje als citroen. 1 plant is voldoende om bessen te krijgen.