Hoogte: tot 40 m. De ‘Glaucum’ is een kleinere vorm van de imposante soort. Vorm in het begin: smal piramidaal met een rechtopstaande stam. Bij het ouder worden wordt de boom breder. Schors: roodbruin, vezelig, sterk gegroefd. Meer afhangende takken dan bij de soort; blauwgrijze kleur van de jonge twijgen en de naalden. Bloei: eenhuizig, met na de bloei roodbruine eivormige kegels, die in het tweede jaar rijp zijn. Deze cultivar is ontstaan in Duitsland rond 1870.