Wetenschappelijke naam
Pinus bungeana
Nederlandse naam
Veelkleurenden
Herkomst | Centraal-Azië
Locatie | vak 43
Aantal in het arboretum | 1
Plantjaar |

Een soort die in China veel aangeplant is/wordt bij tempels en andere heilige of spirituele plaatsen. Naamgever: de Russische botanist Alexander von Bunge (1803-1890). Hoogte: 20-30 m; grillig groeiend. Schors en takken: twijgen grijsgroen; bast donker grijsgroen tot bruinrood en afschilferend (mooie aanblik). Blad: bij kneuzing een terpentine-achtige geur; scherp gepunte naalden; recht tot iets gebogen; 3 bijeen, 5-10 cm; donkergroen, groenblijvend. Bloei: lichtgeel; geurend. Vrucht: kegels, 5-7 cm lang, 4-5 cm breed .