Wetenschappelijke naam
Ficus carica
Nederlandse naam
Gewone vijg
Herkomst | Westelijk Azië
Locatie | vak 71
Aantal in het arboretum | 1
Plantjaar |

Al in de oudheid werd de soort gekweekt, vooral vanwege de vrucht. Kan 10 m hoog worden. De vijgenboom heeft kleine bloemen. Ze zijn opgesloten in een bijna gesloten bloembodem die vlezig is. De mannelijke bloemen zitten vlakbij de opening. De vijgen zijn donkergroen en peervormig. Als ze rijpen worden ze violet of zwart. De vruchten worden vers of gedroogd gegeten. Ze hebben laxerende eigenschappen. Wat wij als vrucht zien, is in feite de vlezige bloeiwijze. De vorm van de vrucht doet denken aan een urn. Binnen het vruchtomhulsel staan de heel kleine bloemen. De bloemen rijpen zonder bevruchting of worden door een galwesp bevrucht.