Hybride tussen C. crus-galli en C. pubescens. In Frankrijk ontwikkeld omstreeks 1870 in het arboretum van Grignon (departement 78). Hoogte: 6 m. De grijsbruine takken bevatten nauwelijks doornen. Blad: ovaal tot eirond; 2-4 lobben; leerachtig; dof donkergroen,onderzijde lichtgroen; blijft in de herfst lang aan de boom. Bloei: mei/juni; tuilen met witte bloemen. Vrucht: glanzend roodbruine en ronde vruchten van 1,5 cm in doorsnede.