Wetenschappelijke naam
Betula papyrifera
Nederlandse naam
Papierberk
Herkomst | Noorden van de Verenigde Staten, Canada, Alaska
Locatie | vak 72 t/o vak 71
Aantal in het arboretum | 1
Plantjaar |

Hoogte: 15–20 m.  Schors: roomwit afschilferend in vele dunne witte stroken. Twijgen: roodbruin. Blad: eirond tot hartvormig, toegespitst, 5–10 cm lang. De mannelijke katjes: in groepen van drie stuks. De vrouwelijke katjes meestal hangend. De vruchtschubben zijn behaard.