Aantal in het arboretum | 1
Plantjaar | 2021
Middelgrote, sierlijke boom met afhangende takken. De natuurlijke groeiwijze is los en meestal meerstammig, in cultuur echter vaak éénstammig gekweekt. Onze boom in het arboretum is meerstammig.Vormt zelden een rechte opgaande stam maar groeit eerder grillig en onregelmatig uit tot een boom met onregelmatig verspreide, afhangende takken. De stam is op jonge leeftijd geelbruin, maar verkleurt later naar bruinrood tot bijna zwart. De bast is sterk afbladderend en krullend. Jonge twijgen zijn roodbruin met donkere lenticellen. Het blad is glanzend, diepgroen en verkleurt in de herfst naar geel. De bladrand is opvallend dubbelgezaagd. De bloei is vroeg, uitermate rijk en vanwege de tot 8 cm lange mannelijke katjes erg opvallend. Van oorsprong voorkomend op vochtige grond, maar ook groeiend op drogere plaatsen. De boom wortelt oppervlakkig met een fijn vertakt wortelgestel en zeer veel haarwortels. De meeste berken zijn bekend vanwege de witte bast. Bij Betula nigra bladdert deze al vrij snel af en kleurt via roodbruin naar zeer donker bruinzwart.