Boom met pauwachtige, rose bloemen in de zomer, waar bijen en vlinders op afkomen. De varenachtige bladeren geven de gehele boom een oosters accent. De bladeren vouwen zichzelf op gedurende de nacht en tijdens regen.
De boom houdt van een zonnige standplaats in goed

gedraineerde grond. Na de bloei verschijnen lange, afgeplatte peulen met daarin de zaden. In de peul zitten meestal zes zaden. De soort is vernoemd naar de Italiaanse edelman Filippo degli Albizzi, die deze in 1745 in Europa introduceerde.