Wetenschappelijke naam
Mespilus germanica
Nederlandse naam
Mispel
Herkomst | West-Azië, Zuid-Europa
Locatie | bosprieel
Aantal in het arboretum | 1
Plantjaar |

Omstreeks de 7e eeuw voor Chr. in Europa ingevoerd. Hoogte: 6-8 m. Schors en takken: lichtgrijs; jonge twijgen donker bruingrijs, wollig behaard; stekelig. Blad: langwerpig tot omgekeerd eirond; donkergroen, 6-14 cm; in de herfst geel. Bloei: eindstandig; schotelvormig; wit; doorsnede 3,5-5 cm; mei/juni; bloeiwijze lijkend op wilde roos; zoet geurend. Vrucht: bruin, met grote kelkslippen; doorsnede 4-5 cm; eetbaar (voor gelei of confituur).