Al sinds 1829 in Europa, dankzij Charles Stanhope, 4e graaf van Harrington, een van de eersten die de plant in Engeland (Elvaston) kweekte. Nieuwe scheuten van deze soort blijven drie jaar na de vorming groen en hebben ribben op het blad. De toppen zijn groen van kleur, bolvormig van vorm en zeer klein met een lengte van slechts 1 mm. Het blad is breed van vorm en meet ca. 5 bij 0,3 cm en heeft een leerachtige textuur. De soort is tweehuizig en de mannelijke planten zijn meestal dicht bedekt met bloempjes die crème van kleur zijn, hoewel ze mettertijd bruin en bolvormig in vorm worden. De vruchtjes zijn eetbaar en worden daarvoor zelfs gekweekt in Japan.