Nieuwe bomen

`Amsterdams mooiste bomenpark`.
Wie een pen ter hand neemt van onze stichting ter promotie van ons mooie bomenpark kan deze tekst niet ontgaan. `Mooiste bomenpark`! Een superlatief die natuurlijk betwist kan worden door menigeen. Wie bepaalt wat het mooiste bomenpark is en waar moet je dan aan voldoen? Omvang van het park? Hoeveelheid boomsoorten? Variatie in kleur en vorm? Het pallet van herstkleuren? Zeg het me maar!
`Schoonheid ligt verborgen in de ogen van de aanschouwer`, maar ondertussen blijf ik bij de kreet op onze pennen verdedigen: De Nieuwe Ooster is Amsterdams mooiste bomenpark, punt. De geestelijke vader van ons park, Leonard Springer, die in 1892 de begraafplaats heeft ontworpen en aangelegd, heeft mij deze kreet als rechtgeaarde dendroloog ingefluisterd. Zijn schuld dus!

Via diverse wegen komen jaarlijks nieuwe bomen ons park in. Nabestaanden evenals boomliefhebbers schenken een boom, of vanwege uitval of nieuwe aanleg worden nieuwe keuzes gemaakt. Hoe dan ook, als boomverzorger van het gedenkpark heb ik een redelijk grote invloed op de soortkeus.
Als eerste criteria voor de keus wordt gekeken of de soort al vertegenwoordigd is in het arboretum. Hoe meer soorten, hoe meer uitstraling van het bomenpark, althans dat houd ik me voor. Na soortkeuze, prijsafspraken, datum van levering etc. worden de kleine groene longen naar hun nieuwe woonplaats gebracht. Uit diverse delen van het land worden de nieuwe aanwinsten, soms met enorme vrachtwagens, het park op gereden. Ja, en dan gebeurt er iets wonderlijks, Iets wat ik wil onderdrukken omdat het niet bij ` stoere ` boomverzorgers hoort: ik wordt een beetje wee, ik voel me gelukkig, ben trots. Daar komt de rode esdoorn, Chinese tulpenboom, gouden treurbeuk, kiespijnboom, zwepenboom, Godenpeer, dakpaneik etcetera. De bomen worden met behulp van een kraan van de wagen gehesen en natuurlijk ontvang ik de bomen met open armen. Nauwelijks de grond geraakt bestudeer ik het naamlabeltje of het werkelijk de bestelde geelbloeiende Magnolia `Yellow Bird` is. Ik krabbel de afleverbon, de chauffeur vertrekt en daar sta ik dan, temidden van` mijn` nieuwe bomen. Want zo voelt dat dan. “Welkom in het mooiste bomenpark van Amsterdam” zeg ik zacht tegen ze. Ik geloof niet, in tegenstelling tot sommige anderen, dat je met bomen kunt communiceren. Maar vreemd genoeg is mijn gevoel op zulke momenten anders.
Samen met een collega breng ik de bomen naar de nieuwe plek. Met de grootste zorg wordt de nieuwkomeling geplant. De oudere bomen begroeten in stilte de nieuwe buurman en ik zie in mijn gedachten de Latijnse naam van de boom al op onze collectielijst pronken. Boom nr 537!
Daags na planten ga ik nog even terug naar de boom en met mijn hand aan het prille stammetje wens ik hem een groeizaam en lang leven. Als jij je mooie blaadjes en bloemetjes laat zien krijg je van mij wat extra water in de zomer, deal? Geloof ik dan toch dat je met ze kan praten?

In het voorjaar kan ik nauwelijks wachten tot de jonkies hun pracht laten zien. Is het blaadje werkelijk geel, getand, gelobd? Is het bloemetje echt zacht roze zoals de boomcatalogus beweert? En als alles dan blijkt te kloppen en ik leid een groep bomenliefhebbers door het park langs de nieuwe aanwinsten weet ik het zeker: De Nieuwe Ooster is Amsterdams mooiste bomenpark.

Johan Mullenders