De laatste rustplaats van een wereldreiziger. Of hoe een Giant Sequoia op De Nieuwe Ooster terecht kwam.

De natuur in Californië hoort zeker in het rijtje mooiste en overweldigendste in de wereld. Maar de oprukkende verstedelijking en vooral de al decennia durende kap door de houtindustrie hadden er bijna voor gezorgd dat een van haar bekenste ambassadeurs, de Giant Sequoia ofwel de grootste en oudst wordende boom ter wereld, voorgoed was verdwenen uit het Californische landschap. Gelukkig hebben activisten dit voorlopig weten te voorkomen. Door middel van fel verzet met spectaculaire acties (zo bracht een activiste eens 738 dagen door in een 55 meter hoge, 600 jaar oude boom), maar ook educatie en bewustwordingscampagnes. Onderdeel van een van die campagnes was het uitdelen van gratis stekjes. En zo kreeg ik, een rondreizende Amsterdammer, tijdens de paasvakantie in 2002 een piepklein exemplaar van deze Sequoiadendron giganteum kado. Met wat hulp van een tuinierende vriendin bij wie ik daar logeerde heeft het stekje de rest van de reis weten te overleven, terug naar de Oudezijds Achterburgwal. Hij hing er wel wat slapjes bij in zijn op straat gevonden pot, twee hoog achter op het platje. Gelukkig zat er bij het stekje een telefoonnummer voor een gratis bomenhulplijn in de VS. Na het stekje op hun advies te hebben gestut met een breinaald kwam het boompje, hoewel voor altijd een tikkeltje scheef, er weer goed bovenop. Het ging zelfs zo goed met het boompje dat me ik me al na een paar jaar zorgen begon te maken over het tempo waarin hij de lucht in schoot. Bij een volgend bezoek aan San Francisco kwam ik in Muir-woods, het nationale park met de laatste populatie Coastal Redwoods (Sequioa sempervirens) in de buurt van San Fransisco. Daar legde ik de kwestie voor aan de Sequoia expert van de Universiteit van Santa Cruz. Volgens deze expert zou de boom langzamer groeien als ik hem in de schaduw zou zetten. De afgelopen twee jaar stond hij daarom bij een muur, misschien is dat waarom hij er nu op z’n 3D plek op De Nieuwe Ooster nog een beetje schever uitziet. Maar dit kon blijkbaar niet voorkomen dat hij toch in een straf tempo door bleef groeien. Het feit dat ik regelmatig de bruine takjes eruit knipte, een paar keer per jaar speciaal coniferen-voer toevoegde en gezorgd heb dat hij altijd vochtige grond had kan daar, moet gezegd worden, natuurlijk ook aan bij hebben gedragen. Toen kwam het moment dat ik, en dus ook de Sequoia, moest verhuizen. En dan blijkt dat kleine stekje van een paar jaar geleden inmiddels een aardig boompje te zijn geworden dat nog maar nauwelijks via het keukenraam van het platje naar binnen te krijgen is. Het hele raam moest eruit, ik begon me meer en meer te voelen als zo’n toerist die een schattig baby-aapje mee smokkelt uit Marokko en een paar jaar later met een volwassen berberaap in haar flatje zit. Hij kon nog wel even op mijn balkon vier hoog in de Dapperbuurt blijven maar het was duidelijk dat ik snel een goed tehuis voor de boom zou moeten vinden. Binnenkort zou ik hem niet zonder meer kunnen vervoeren of verplaatsen, meer dan de balkondeur eruit gaat toch moeilijk worden in een huurhuis. Inmiddels had ik van TV geleerd dat Giant Sequoias naast de grootste levende wezens op aarde ook de snelst groeiende bomen zijn. O jee. Hoe meer ik over ze leerde hoe korter mijn lijstje met opties werd. In de tuin zetten bij bevriende begane grond bewoners bleek niet echt een optie. Giant Sequoias kunnen immers verschrikkelijk oud worden en wat als die mensen zouden verhuizen (de gemiddelde woonduur in Amsterdam is zeven jaar) en de nieuwe bewoners hem om zouden hakken? Bovendien wou ik eigenlijk wel een omgangsregeling. En zo’n reus is natuurlijk ook niet echt een geschikte boom om in je binnentuin te hebben. Voor je het weet doen de buren je een proces aan je broek omdat je al hun zon afpakt. Naar vrienden in Frankrijk dan? Maar daar is het klimaat te droog en bovendien kan ik het regelmatig bij de boom op bezoek gaan dan wel vergeten. Ik heb zelfs nog even overwogen om hem aan het hek van de Hortus te binden met een briefje met “zorg alstublieft goed voor deze boom” erbij. Maar de Hortus heeft al een exemplaar, 30 jaar oud nog maar en nu al enorm. En ze zitten al zo krap in hun ruimte. Gelukkig ging ik op een dag naar een rondleiding op De Nieuwe Ooster en viel alles op zijn plek. Als mijn boom asiel zou kunnen krijgen op de begraafplaats zou dat natuurlijk ideaal zijn. De boom zou daar veilig zijn, ik zou altijd op bezoek kunnen komen zonder te storen en wat is een mooier symbool voor de eeuwigheid dan een altijd groene boom die duizenden jaren oud kan worden? Ik ben dan ook zeer dankbaar dat De Nieuwe Ooster hem wou opnemen en een heel mooi plekje voor hem had. Wat me tot slot bij mijn laatste verzoek brengt: als er een bordje op kan dan graag de vermelding “Simon Pearse”. Dan heb ik toch nog een mooie en bereikbare herdenkingsplek voor mijn vriend Simon die ver weg in York (noord Engeland) begraven ligt. Hij is drie jaar geleden omgekomen en ik mis hem nog elke dag.

Dafna (met dank aan Jop)